Ze hebben Agent Ahmed wellicht volgens de islamitische traditie begraven. Zo is het waarschijnlijk gegaan: Zijn lichaam gehuld in een witte stof wordt in het graf gelegd. Een moslimbroeder gaat het graf in voor Talqin. Hij fluistert Arabische woorden in zijn oor: ‘Hoor je mij? Versta je mij? Er is geen andere God dan Allah. Mohammad is zijn profeet. De dood is echt, de hemel is echt, de hel is echt en Allah zal laten opstaan wie in hun graven liggen. Ik bid dat je standvastig blijft als de twee engelen jou ondervragen’.
De vermoorde Agent Ahmed hoort zijn moslimbroeder weldegelijk. De gelovigen kunnen horen na hun dood. Ze verstaan ook Arabisch, al zijn ze anderstalig opgegroeid. Hij verbaast zich alleen dat zijn geloofsbroeder zegt dat er geen andere God is dan Allah. En dat hij uitgerekend hem laat weten hoe zijn profeet heet. Wie in de wereld weet dat nou niet?
Hij wil graag die witte doek van zijn hoofd aftrekken en tegen zijn broeder schreeuwen: Ja broeder. Ik heb in het heilige boek gelezen wie Allah is. Hij is nooit geboren, noch zal baren. Hij heeft altijd bestaan. Hij heeft geen maatjes, hij is een mono. En ik weet ook wie zijn profeet is. Waarom lig ik hier denk je als ik dat niet zou weten? Weet je niet wie ik te hulp wilde schieten toen die gemaskerde mannen mij neerschoten? Precies, ik wilde de atheïsten redden die het bestaan van mijn god ontkenden. Sterker nog, ze maakten grappige tekeningen over de profeet wiens naam je net in mijn oor fluisterde. De profeet die me heilig was. Hij was de boodschapper van mijn geloof. Ik hield van hem, maar ook die cartoonisten waren geen kwade jongens. Allah is bovendien groot. Hij zou zelf hen op een of andere manier een stille dood bezorgd hebben, als hij vond dat ze te ver gingen met hun grappen. Allah is groot en almachtig. Dan heeft hij toch geen huurmoordenaars nodig voor zo’n klein klusje? Ja broeder, ik weet wie Allah is. Je moet doof en blind zijn om dat niet te weten. Er worden dagelijks honderden geslacht uit zijn naam in Afrika en het Midden Oosten. Hij heeft in ieder geval machtige vertegenwoordigers op aarde, als hij zelf niet machtig genoeg zou zijn om een klein klusje in het kantoor van Charlie Hebdo in Parijs te klaren. Maar ik geloof niet dat er maar één Allah is, want mijn Allah lijkt niet op die van die moordenaars in Parijs. En ook niet op de Allah van de Sheikhs in Saoudi Arabie die Raif Badawi met duizend zweepslagen willen belonen omdat hij zijn pen gebruikt heeft, in plaats van hun zwaard. Over het zwaard gesproken, broeder. Die Allah van mij lijkt ook niet op die van de zwart geklede gemaskerde mannen die Allah o Akbar roepend koppen laten rollen voor en achter de camera’s. Ook niet op die van de Iraanse Ayatolla’s die de pengebruikers oppakken, martelen of ophangen. Mijn Allah observeert alleen. Ik geef toe, Hij is een beetje passief. Hij laat al die anderen Allahs hun gang gaan met enge opdrachten aan hun volgers. Misschien moet ik hem geen Allah meer noemen, maar God. Maar nee, dat kan ook niet. Want God heeft ook maatjes. Ook zij hebben samen een partijtje enge daden laten verrichten. Heel lang geleden stuurden ze hun volgers op kruistochten. Ze lieten lichtgewichtige vrouwen en ketters op de brandstapels gooien. Of in hun opdracht werden de ketters in de afschuwelijke kelders geketend en vastgespijkerd aan de muren, rottend tussen de ratten. Die ketters gebruikten toen veren en inkt in plaats van de moderne pen. Maar in hun bolletjes zaten zo’n beetje dezelfde gedachten als die van Parijse tekenaars en alle andere Allahs-en Godenlozen. Die God en zijn maatjes werden later beschaafder en vervingen de enge kelders door Abu Ghraib en Guantanamo Bay, en de brandstapels door vuurwapens, raketten, bommen en F16’s. Vreemd genoeg zijn al die wapens, afgezien van F16’s, ook in de handen van de volgers van al die Allahs-volgers gekomen.
Mijn Allah staat er natuurlijk wel buiten. Hij staat er alleen bij en kijkt ernaar. Wat moet je anders, als alle anderen beweren dat zij jou zijn. Sinterklaas van de Pay Bas zou ook hetzelfde doen.
En ik weet dat de hel echt is broeder. Dat heb ik zelf letterlijk aan den lijve ondervonden toen die snotneuzen in opdracht van hun Allah mij neerschoten. Ik kwam overeind en hief mijn arm op. Waarom? Dat weet ik niet. Misschien wilde ik om genade vragen omdat ook ik in een Allah geloofde. Dat hoefde niet, ze losten zelf het genadeschot. En mijn Allah stond er weer bij en keek ernaar. En ik weet dat het paradijs echt is, broeder, want ik woonde erin voordat de sirenes in het kantoor van Charlie Hebdes afgingen. Ik weet ook dat de dood echt is. Dat voel ik nu, gewikkeld in mijn witte stof met kogelgaten van de soldaten van een van die honderden Allahs in mijn lijf. Ik zal zeker standvastig blijven als de engelen mij ondervragen. Sterker nog, ik zal de rollen omdraaien. Ik ben degene die gaat vragen: ‘Om welke schuld ben ik omgebracht’?*
En… laat me voorgoed in mijn graf liggen. Ik wil nooit opstaan, op verzoek van geen enkele Allah of God. Ik ben hun enge spelletjes zat. Ik heb lang mijn Allah tegen al die anderen moeten verdedigen. Voor mij is nu de tijd aangebroken van rust en dat heet ‘niks’.
Maar dit allemaal kan Ahmed niet doen, denken of zeggen. Hij is dood, hij hoort niets, hij verstaat niets. En ik blijf achter met mijn aanklacht tegen het onrecht in de wereld, samen met miljoenen mensen die mijn aanklacht wellicht niet geheel delen, maar wel mijn verdriet en verbijstering.
*Hier refereer ik aan een vers in de koran.
Bouwe en Bep Fokkema
11 januari 2015
Lieve Ferdows Prachtig geschreven
Tiny de Graaf
11 januari 2015
En de emoties die eruit spreken voelen zeer oprecht en deel ik.
Annerieke
11 januari 2015
Prachtig geschreven!
Ladane
11 januari 2015
Beste Mv. Kazemi, Bedankt voor de interessant en juiste tekst!!!!